Taalaanbieders schieten als paddenstoelen uit de grond.
Het is voor statushouders niet helder wat de verschillen zijn in kwaliteit en aanbod.
Statushouders worden met een laptop verleid om voor een taalschool te kiezen, maar weten niet dat ze deze eigenlijk zelf van hun lening betalen. In de praktijk wordt nog te weinig maatwerk geleverd en zijn het vooral veel generieke modules. De modules sluiten niet goed op elkaar aan, waardoor kostbare tijd wordt verloren.
Er is onvoldoende zicht op hoe het statushouders bij hun verplichte taalontwikkeling vergaat en of ze na inschrijving überhaupt naar de les gaan. Vraagt dit om een betere begeleiding van statushouders? En moet er naast het keurmerk niet ook een controle op taalaanbieders komen?